Een heel aantal weken geleden waren we in voorbereiding voor deze kerstnachtdienst.
Grootste plannen waren niet meer mogelijk, tekort dag
Minder grote plannen gingen in de loop van de afgelopen weken onderuit.
Wat bleef staan is dat ik mocht spreken. Ik ben geen geoefende spreker, maar ik doe het graag. Waar ik ook achter kwam was dat het bijzonder lastig is om met kerst te spreken, want de geschiedenis is zo overbekend…waar moest ik het dan over hebben?
Toen ik deze overbekende geschiedenis een aantal weken bestudeerde, ontdekte ik veel. Teveel om jullie vanavond in mee te nemen maar soms al wel gedeeld heb met sommigen van jullie.
Wat ik wel wil proberen is om jullie vragen voor te leggen die er bij mij opborrelde tijdens deze voorbereidingen.
Ken je dat, van die stoere verhalen die naarmate de jaren verstrijken steeds stoerder worden? Onze kinderen hebben zo’n vader. Als je hem vraagt naar zijn pubertijd, dan worden de verhalen steeds spannender en de stunts die hij uithaalde steeds gevaarlijker.
Zo is het ook met het kerstverhaal. De os en de ezel, de herdertjes in de winternacht, het liefelijke beeld van Jozef en Maria in een knusse stal. Het is een op en top romantisch verhaaltje geworden.
Maar de werkelijkheid was wel íets anders.
Het was zeker niet midden in de winternacht dat de herders daar in dat veld waren. Eerder lente of zomer. En naar de geschiedenis met de herders wil ik jullie meenemen. De velden van Efrata
Kijk. Als je goed kijkt zie je daar zo’n 5 km verderop op die bergen de stad Jeruzalem. Helemaal links zie je de tempel van de joden
Kijk je naar de andere kant dan ligt daar het stadje Bethlehem. Een klein stadje met een grootste geschiedenis.
Op deze velden boerde Boaz en vond hij de liefde van zijn leven, Ruth. Dit waren de voorouders koning David opgegroeid en ook hij hoede hier de schapen. En ook verschillende profeten hebben hier hun tijd doorgebracht. Profeten die het volk Israël boodschappen van God doorgeven. Vaak waren dit geen fijne boodschappen, maar er zaten ook boodschappen van hoop tussen.
En wat de Israelieten wel geleerd hadden (het was een harde leerschool door eigen toedoen) was dat God zich altijd aan zijn woord te houden was.
En daarom leefde er in dit volk, dat al honderden jaren onderdrukt werden door verschillende machthebbers ook een klein vonkje hoop, die generatie op generatie doorgegeven werd.
Er zou een redder komen. Jesaja, Zacharia maar ook Micha heeft er over gesproken
“Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.”
Dus er was hoop dat God ging ingrijpen en zij van hun onderdrukkers bevrijd worden.
De herders waren niet toevallig op de velden in Efrata. Dit was een gebied waar de schapen liepen die lammeren voortbrachten voor de tempeldienst.
Elke dag kwamer er pelgrims uit het land, sommigen hadden heel veel kilometers lopend afgelegd en moesten om Jeruzalem en de tempel te bereiken. In de tempel werden offers gebracht o.a. om je te verzoenen met God
Dus had je zonden begaan, bewust of onbewust, dan vroeg God van jou om een lam de hand op te leggen, zodat die (figuurlijk) de zonden overnam, waarna het lam geofferd werd. Het lam droeg jouw straf. De lammeren in de velden van Efrata werden hiervoor gefokt.
De herders hadden dus een belangrijke taak.
Maar het was geen makkelijk beroep, integendeel.
Lang van huis, ’s nachts buiten slapen, ’s morgens niet ff een douche kunnen nemen, en altijd als mannen onder elkaar…dat doet wat met je.
Maar tegelijk was het ook een dynamisch beroep. Ze waren niet lang op 1 plek, maar reizen rond in de velden. Zo zorgden ze voor elke keer weer groene weiden. En een herder stelt zijn schapen gerust. Zijn stem wordt herkend door de schapen en als de herder even weer zijn stem liet horen, wisten de schapen dat ze veilig waren. Een herder was zorgzaam, en wilde het beste voor zijn schapen. Want de lammeren moesten zonder gebrek zijn, dan alleen waren ze geschikt voor de offerdienst. Een belangrijke job dus ook.
En ’s nachts moest de wacht gehouden worden. Als iedereen slaapt, is er nog een groepje mannen wakker in het veld. Van alle kanten loerde er gevaar. Rovers, leeuwen en wolven waren geduchte gevaren.
En wat een wolf kan aanrichten weten wij ondertussen ook alles van.
Dus het lef en de ogen en oren van een herder waren héél belangrijk.
Het is dan ook niet voor niets dat een koning of leider in het oude testament ook vaak een herder wordt genoemd. Hij beschermt en leid zijn volk.
Herders, wat zou het toch fijn zijn als de wereld nu wat meer herders hadden die in de spotlight stonden ipv influencers populisten, of columnisten. Gewoon herders en geen stinkend rijke mensen die hun geld gebruiken om macht te hebben over hele groepen mensen, herders ipv schreeuwers aan de zijlijn die de mensen aan de top willen neermaaien en zelf de spotlight opzoeken.
Herders, die niet altijd even lekker ruiken maar wel zorgzaam zijn en het beste voor heeft met de schapen die aan hem zijn toevertrouwt
Als je goed rond kijkt die je ze nauwelijks in de spotlight, maar daarentegen wel gewoon in jouw omgeving: een collega – die vrouw in de kerk, die docent op school die jou echt ziet, die politieagent die je gerust stelt of gewoon diegene die je tegemoet komt en je even toeknikt. Als je goed kijkt
Maar de herders in de velden van Efrata zijn deze nacht gewoon op hun post. Oren en ogen wijd open om verdachte situaties tijdig op te merken.
Totdat opeens, zonder waarschuwing, midden in de nacht een engel bij hen verschijnt. En bij die engel wordt een spotlight aangezet. Hemels licht.
Aarde en hemel komen op deze plek samen. God zegt door het hemels licht tegen de herders ‘hier ben ik’. Het duister van de nacht moet plaats maken voor het licht van Hemelse heerlijkheid.
Wat moeten deze mannen gedacht hebben? Maar dat deze ontmoeting grote indruk maakt blijkt wel uit het vervolg.
Ze krijgen groot nieuws te horen. Hun redder is geboren.
. En ze horen het nieuws: in een stal, liggend in een voerbak, de redder is geboren in de stad van David. Hij is de Messias. Ze zullen onmiddellijk geweten hebben waar dit over ging. Het vonkje hoop was in groot licht komen te staan.
Ik probeer mij in te denken wat er door deze mannen heengegaan moet zijn.
Totale verwarring? Verbijstering? Vreugde? Of alle 3 tegelijk
En alsof de boodschap nog niet groots genoeg is, verschijnt er een legermacht van engelen. Zij beginnen 2 zinnen te scanderen (nee er staat niet zingen)Ere zij God en vrede op aarde voor iedereen die dit wil.
Geen wens, maar duidelijk een feit. God word eer gebracht, en de vrede is gekomen door het kind van God dat geboren is. Gods liefde voor de mensen komt in deze boodschap luid en duidelijk naar voren. De messias, de redder is er! God zal zijn volk nu gaan redden
Als de engelen gesproken hebben, gaan zij terug naar de hemel en gaat het hemels licht weer uit. De engelen hebben hun taak volbracht, zij hebben gesproken, hun boodschap blijft achter. Nu zijn de herders aan de beurt.
En daar is niet veel voor nodig. Er wordt niet eerst flink gediscussieerd, nee ze geloven en gaan op pad. Maria was de eerste mens ooit die het evangelie van Gods menswording hoort, zij gelooft. Nu de herders en ook zij geloven Gods goede nieuws. Het evangelie gaat op pad, aangezet door het licht van God. En ook dan stel ik mezelf de vraag: hoe zou ík reageren. Zou ik ook onmiddellijk geloven? Wat heb ik nodig om met het evangelie op pad te gaan?
En zou ik net als de herders genoeg hebben aan eerst de boodschap en daarna pas de bevestiging krijgen door het zelf te zien?
De herders mogen als eerste het Goddelijke offerlam bezoeken.
Als dit offerlam geofferd wordt voor de mensheid, zal hun werk overbodig worden. Het offeren in de tempel kan dan stoppen… Wij weten dat, zij wisten het niet.
En zij vertrekken naar de stal waar ze weten dat ze het kindje zullen vinden. En ze vinden daar precies wat de engel hun gezegd had.
Ook daarover kan ik dan lang nadenken. Hoe zou dit voor ze geweest zijn, hoe zouden ze zich gevoeld hebben.
Maar ook, hoe zou dit voor Jozef en Maria geweest zijn. Ben je pas bevallen van het beloofde Godskind, staan er opeens herders voor je deur om je kind te begroeten. En dan de verhalen die ze vertelden wat ze deze nacht hadden meegemaakt. Het moet toch een zeer bijzonder kraambezoek geweest zijn. Jozef en Maria die horen dat er wéér engelen waren die de boodschap bij de herders brachten. 9 maanden nadat zij bezoek hadden gehad. Dat moet toch enorm fijn zijn geweest. Je wás niet gek, zie maar er zijn meer mensen die een engel en héél veel engelen gehoord hebben van dit nieuws. Maria bewaarde al de woorden die de herders zeiden in haar hart.- en daar kan ik mij dan weer alles bij voorstellen…
De herders vertrekken, het zal tegen de ochtend geweest zijn, weer terug naar hun schapen. En ze nemen het evangelie mee op pad. Voor het eerst wordt het evangelie door mensen verder de wereld in gebracht, de eerste evangelisten., gaan aan de slag. Er ontstaat een beweging, want zoveel mooi nieuws kan én mag je niet voor jezelf houden. Hemel en aarde ontmoeten elkaar in het veld van Efratah, Gods spotlight stond op gewone mensen. En de boodschap die ze hoorden, zette hen aan tot actie.
En hoe zou dat gegaan zijn toen ze eenmaal terug waren bij de kudde? Al die pelgrims die bij hen een lam kwamen komen om zich te verzoenen met God, zouden die het verhaal van de herders gelooft hebben? Hoe zou het jou vergaan zijn als jij het uit de mond van herders, of gewone mensen, gehoord zou hebben?
De herders hadden het gezien, ervaren. Het licht van God is sterker dan de duisternis in deze wereld. Dat was toen, maar dat is zeker ook nu zo.
God hield en houd zich aan zijn beloften. De herders wisten dit en ervaarden dit.
Ook nu staat er nog een belofte los van God. Hij komt weer!
Zouden de engelen al weer staan trappelen van ongeduld om opnieuw de grote boodschap te komen vertellen op deze wereld.
Om licht te brengen in deze duistere wereld?
En ook vandaag zegt God tegen jou en mij: Hier ben ik.
En als je dit even niet ziet, of nog nooit gezien hebt mag je je weten:
Het gaat niet om wat wij zien, maar dat God naar ons heeft omgezien!
Toen, maar ook nu en daar is dit kleine baby’tje in de kribbe ook het licht in de duisternis voor ons. Hij overwon het kwaad, God heeft naar ons omgezien, Hij zegt Hier ben Ik!!
Ik wens iedereen gezegende kersdagen!
Jezus liefde blijft overeind
Het is nacht, Jezus heeft de avond hieraan voorafgaand het avondmaal gevierd samen met zijn discipelen. Er zijn nog heftige gesprekken gevoerd, en Jezus heeft zijn vrienden voorbereid op het onvermijdelijke. Petrus uit nog wat stoere woorden en dan gaan ze op pad, zoals ze wel vaker deden. Judas is er niet meer bij, hij had een andere afspraak.
Johannes 18 :1-11
Nadat Jezus dit alles gezegd had, ging Hij met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidron. Daar liep Hij een tuin in, met zijn leerlingen.
Judas, die Hem zou uitleveren, kende deze plek ook, want Jezus was er vaak met zijn leerlingen samengekomen. Judas ging ernaartoe, samen met de cohort soldaten en een aantal dienaren van de hogepriesters en de farizeeën. Ze waren gewapend en droegen fakkels en lantaarns.
Jezus wist precies wat er met Hem zou gebeuren. Hij liep naar hen toe en vroeg: ‘Wie zoeken jullie?’ Ze antwoordden: ‘Jezus van Nazaret.’ ‘Ik ben het,’ zei Jezus, terwijl Judas, die Hem kwam uitleveren, erbij stond.
Toen Hij zei: ‘Ik ben het,’ deinsden ze achteruit en vielen op de grond.
Weer vroeg Jezus: ‘Wie zoeken jullie?’ en weer zeiden ze: ‘Jezus van Nazaret.’ ‘Ik heb jullie al gezegd: “Ik ben het,”’ zei Jezus. ‘Als jullie Mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.’
Zo moest zijn uitspraak in vervulling gaan: ‘Geen van hen die U Mij gegeven hebt, heb Ik verloren laten gaan.’
Daarop trok Simon Petrus het zwaard dat hij bij zich had, haalde uit naar de knecht van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af; Malchus heette die knecht. Maar Jezus zei tegen Petrus: ‘Steek je zwaard in de schede. Zou Ik de beker die de Vader Mij gegeven heeft niet drinken?’
Die Judas. Ooit was er een dag dat hij net als alle andere discipelen geroepen werd om leerling van Jezus te worden. En sinds die dag volgde hij Jezus, Hij heeft geluisterd naar de preken, heeft gezien hoe Jezus de storm op het meer stilde. Hij heeft geproefd van de liefde die Jezus had voor de mensen die hem volgden. Hij heeft wonderen en tekenen gezien die Jezus gedaan had en hij had ook gezien hoe de boze geesten uitgedreven werden en zich te pletter liepen in de zee.
En toch, Judas heeft zijn hart niet laten raken. Integendeel, Lucas schrijft zelfs dat de satan in hem gekomen is. Was Judas zich hier bewust van? Nou, hij heeft heel bewust nagedacht over hoe hij Jezus uit de weg kon ruimen. Was naar de tempel geweest om met de priesters een dealtje te sluiten en hij zou er persoonlijk voor zorgen dat Jezus gevangen genomen zou worden. Ging het hem om het geld, of wilde hij Jezus uit de tent lokken zodat Jezus toch eindelijk zijn koninklijke positie opeisten, wij weten het niet. Maar Judas is bewust bezig met zijn plan. Tijdens het avondmaal lijkt hij voortijdig ontmaskert te worden door Jezus, Jezus gunt hem een moment van bezinning maar laat hem ook gaan als hij niet tot inkeer komt. Zonder enig verwijt
En als Judas zijn meester gevonden heeft in die nacht, en hem met een kus verraad, neemt Jezus het initiatief over. Hij blijft rustig en dat brengt verwarring. Daar stonden ze dan met hun legertroepen en tempelpolitie. Van Jezus hadden ze niets te vrezen, het was een overdaad aan machtsvertoon.
Jezus noemt Judas nog steeds ‘mijn vriend’, en daarna hij pleit zijn leerlingen vrij zodat zij veilig weg zouden komen en doet niets om zijn arrestatie te voorkomen.
Zelfs de verrader van Jezus wordt nog vriend genoemd…
Petrus daarentegen wil Jezus niet verloochenen, integendeel. Hij had al stoere praat gehad bij het avondmaal, en nu zal hij wel even laten zien wat hij voor Jezus over had. Te vuur en te zwaard zou hij zijn meester verdedigen. Ze moesten allemaal bij hem uit de buurt blijven. Hier zien we weer een impulsieve Petrus. Die zo vaak onnadenkend te werk gaat. Ook nu denkt hij niet na over zijn gevolgen maar grijpt het zwaard. Tegenover een hele legermacht kun je niets beginnen maar Petrus wil het toch laten zien. Heeft dit te maken met het vertrouwen van Petrus? Want wat als hij niet ingrijpt…dan zal Jezus gevangengenomen worden. Hij vertrouwd er niet op dat Jezus dit zelf kan oplossen. Hij heeft nog maar weinig begrepen wat het betekend om te vertrouwen op de Zoon van God.
Het is die Petrus die een oor afhakt. Maar Jezus roept hem tot de orde. Het gebruiken van geweld is niet de manier om Jezus boodschap te verspreiden. Jezus vermaand hem, maar is niet boos. Hij blijft vriendelijk en liefdevol en geneest het afgeslagen oor van de slaaf (denk je eens in wat dit gedaan moet hebben bij de slaaf en de mensen die om hem heen staan…ze kwamen om een gevaarlijk iemand te arresteren…
En in het verloop van de nacht en de daarop volgende dag houdt Jezus deze liefdevolle houding aan. Het overkomt hem niet, hij ondergaat het niet. Nee, hij is heel bewust bezig met wat komen gaat en blijft liefdevol naar de mensen om hem heen die hem zoveel pijn en verdriet aan doen, hem uitschelden en vernederen. Wat een boodschap geeft hij mee door zijn houding en wat wordt die niet gezien…
Herken jij je in Judas, herken jij je in Petrus? Ik soms wel eens in allebei…
Ik weet nog dat ik een paar jaar geleden een ehbo examen moest doen. De examinator liep door de zaal, vloekte een keer omdat hij wat koffie smeerde en kwam bij mij zitten. Hij vroeg heel belangstellend wat voor werk ik deed. Razendsnel besloot ik om maar een deel te vertellen. Ik vertelde hem dat ik docent was, Ik vertelde hem niet dat ik Godsdienstdocent was. Want ik had al vaker van dit soort gesprekken gevoerd, dat kon wel eens verkeerd uitpakken want godsdienstdocenten zijn toch van die mensen die pubers indoctrineren, het vak godsdienst hoort sowieso niet op school thuis, geloven doe je maar lekker thuis. Het waren meestal niet comfortabele gesprekken en het leek mij niet heel handig om dit nu met een examinator te moeten voeren voordat hij mijn examen moest afnemen…
Ik slaagde, maar wat voelde ik mij achteraf een Judas. Ik had God verraden door zijn naam niet te noemen.
Of die keer dat ik dacht te vertrouwen op God, maar toch zelf ook even goed de zaakjes op orde wilde hebben zodat ik zeker wist dat mijn plan zou slagen…
Zijn we allemaal soms geen Judas, óf een Petrus?
Maar wat mij ook in deze geschiedenis opvalt is Jezus liefde voor iedereen, en door alles heen. Wij brengen Hem niet van zijn stuk door ons gedrag. Hij blijft het initiatief houden, Zijn liefde blijft voor iedereen, of je hem nu verraad of dat je denkt het evangelie te moeten vertellen op een manier die niet passend is bij Jezus volgelingen. Hij blijft van ons houden, we mogen zijn vrienden blijven. Dát maakt indruk!
We gaan een moment van verstilling in om je hart tot God te richten. Met Hem het gesprek aangaan over wat hij deed voor jou, voor mij voor deze wereld. Ik geef je 3 denkduwtjes mee. Gewoon om je op weg te helpen, maar als jij ze niet nodig hebt, is dat prima. Bespreek dát met God wat op jouw hart ligt.
Leg het bij Hem neer!
Jezus geeft zijn liefde door
Wat een verschrikking moest Jezus doorstaan, wat een wreedheid, vernedering en pijn. Hij werd onschuldig bevonden, maar toch veroordeeld. Het volk dat hem nog niet zo lang geleden juichend binnenhaalde, wilde hem nu kruisigen.
Als we ons proberen er een voorstelling van te maken dan lukt ons dit maar ten dele. En we kunnen al helemaal niets voorstellen bij de liefde die Jezus naar iedereen om hem heen maar blijft uitstralen.
Tot op het laatst draagt hij zorg voor zijn geliefden.
We lezen Johannes 19-25-27
Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder en haar zus, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria van Magdala.
Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
Daar onderaan het kruis staan een aantal vrouwen die van Jezus houden waaronder zijn moeder. Maar ook Johannes staat daar, de vriend van wie Jezus houdt. Van de andere leerlingen horen en lezen we niets meer. Ze zullen vast gevlucht zijn, bang voor de gevolgen voor hun leven. Maar Johannes laat zich niet leiden door angst, hij wil weten wat er gebeurt met zijn meester.
Als we in Maria haar schoenen gaan staan, dan proeven we iets van het grote verdriet dat zij doormaakt. Ze was waarschijnlijk al weduwe en nu haar zoon, haar oudste zoon is gekruisigd. Wat zal er door haar hoofd gaan, welke vragen zou zij zichzelf stellen. Zou zij nu bezig zijn met de belofte die de engel gedaan heeft voor de geboorte van Jezus, zal ze denken aan de woorden van de oude Simeon in de tempel (‘zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden’)? Hoe groot moet haar verdriet zijn?
En Johannes staat naast haar. Wat zal hij gedacht hebben, zo vol verdriet, vol vragen en vol liefde voor zijn meester en vriend.
Het is een aangrijpend moment op Golgotha. Zal Johannes Maria de hele dag op de hoogte gehouden hebben. Zou Maria bij het bericht dat Jezus gekruisigd gaat worden dan toch op pad zijn gegaan, ondanks de gevaren die er voor haar waren? Ze staan daar samen, daar onder aan het kruis, zo dicht bij hun geliefde Jezus, maar ze kunnen hem niet bereiken.
Jezus hangt tussen hemel en aarde. Naarmate de gekruisigde verder vermoeid raakte werd het ademhaler pijnlijker, Elke ademteug kost hem bijzonder veel moeite en levert helse pijnen op.. En ook dan nog, als de adem uit hem geperst wordt heeft hij oog voor zijn geliefden. Hij ziet Zijn moeder Maria staan. En hij ziet Johannes, de leerling van wie hij veel hield. En daar voldoet hij liefdevol het 5e gebod – eer uw vader en moeder- Hij spreekt ze nog toe, tussen al de pijn door.
Hij zegt ‘vrouw’ en niet ‘mama’ of ‘moeder’ Hier zien we de afstand die Jezus neemt. Jezus weet dat Hij door de hel moet gaan om redding te kunnen bieden, en hij wil dit ten volle aangaan, zijn taak geldt als redding voor alle mensen. Hij neemt afstand van zijn moeder, en draagt haar over aan de zorg van zijn goede vriend Johannes. Jezus moet dit ook doen want Hij weet dat hij niet alleen het kind van Maria is. Nee, hij is ook haar redder, haar verlosser! En daar, waar hij door alles en iedereen verlaten is, waar hij nog 1 band ziet die met zijn moeder, ook die laat hij los. Om de toorn van God volledig te ondergaan.
Zijn grote liefde, ook als hij bijna geen lucht meer in zijn longen kan krijgen blijft groot, indrukwekkend groot. Jezus gaat moederziel alleen het lijden verder in. Zijn liefde heeft hij doorgegeven en zal niet breken. Ook niet in het laatste moment van zijn leven.
Jezus geeft de bloedband met zijn moeder door aan Johannes. Door het geloof zijn Maria en Johannes aan elkaar verbonden. Door het bloed van hun geliefde Jezus wordt er een nieuwe familie gevormd. Broers en zussen in het geloof. Een nieuwe gemeenschap ontstaan uit liefde voor en door Hem
Jezus wil dat Zijn liefde niet stopt aan het kruis maar dat wij zijn liefde doorgeven aan de mensen om ons heen. Zodat er in onze omgeving niemand alleen is, niemand onbeschermd is, niemand honger heeft, niemand bang hoeft te zijn. Jezus stierf moederloos alleen, zodat wij nooit meer alleen zouden zijn.
Daar onder aan het kruis ontstond een nieuw gemeenschap. Een groepje christenen bij elkaar. Ze trokken samen met groot verdriet in hun hart verder het leven in.
Zij mochten Zijn liefde verder verspreiden in deze wereld want Jezus lichaam is niet meer op aarde.
Maar het zijn jouw handen, waarmee hij zegent.
Het zijn jouw ogen waarmee hij liefdevol naar de ander kijkt.
Het zijn jouw oren waarmee hij liefdevol luistert.
De gekruisigde heeft geen ander lichaam dan de jouwe.
Wil jij zijn liefde uitdelen, zoals Jezus jou lief heeft. Wat er ook gebeurt, dien de ander zoals Jezus jou lief heeft.
Wat er ook gebeurt, dien de ander want zo heeft Jezus ook jou liefgehad.
https://www.youtube.com/watch?v=w7ymxW3rndk
Goedemorgen allemaal,
*Het is vandaag alweer dag 5, de laatste dag van je eerste week in klas 2. Dat is best snel gegaan, vind je niet? De rest van het jaar gaat vast net zo snel. Gewoon blijven ademhalen, plezier maken, en op school bezig zijn met de dingen die belangrijk zijn, dan is dit jaar ook zo weer voorbij.
De mensen die heimwee hebben naar de vakantie. Ik kan je vertellen dat je na vandaag nog 28 dagen naar school moet, en dan heb je alweer vakantie!!
Maar laten we er een mooi schooljaar van maken!
*Maandag heeft meneer **** het schooljaar met jullie geopend, en daarbij gebruikte hij een prachtige Bijbeltekst uit Fillipenzen 2:4 Heb niet alleen je eigen belang voor ogen, maar ook die van anderen.
Daarnaast gaf hij ook een quote van een Amerikaanse president. Wie weet nog om wie dit ging?
[Kennedy] Deze president zei: Je moet niet kijken wat het land voor jou kan doen, maar je moet kijken waar jij wat voor het land kan doen.
Eigenlijk laat dit wel heel goed zien waar de Bijbeltekst om draait. Wat denk je, was Kennedy een christen?
Deze 2 dingen die er gezegd worden, worden niet zomaar gezegd. Jezus heeft zijn discipelen / leerlingen / volgelingen die opdracht gegeven. En wij hier op school zien onszelf ook als volgeling van Jezus. Dus deze opdracht heeft Jezus ook aan mij, en aan jou gegeven!
Maar eerst gaan we , zoals we op school gewend zijn, God vragen of hij vandaag met ons mee wil gaan en ons wil zegenen. Bid jij mee?
Bidden
Bidden ben je waarschijnlijk wel gewend, even je ogen sluiten en misschien bidt je mee met diegene die hardop bidt of bidt je zachtjes je eigen gebed. Mooi, als je dat doet. Want bidden is praten met God. En God wil niets liever dan met jou in gesprek komen.
Misschien heb je ook automatisch je ogen gesloten omdat het van je verwacht wordt en heb je het gewoon aangehoord. Dan wil ik jou extra uitdagen.
Want we gaan een lied zingen. En je moet weten, zingen is dubbel bidden.
Dus laat je stem horen. In de hemel wordt er met ons meegezongen, staat in de bijbel
*Zingen
Tienduizend redenen tot dankbaarheid
*Ik wil jullie meenemen in het verhaal dat ongeveer in het jaar 33 heeft plaatsgevonden. Het was een tijd dat er een groot Romeins rijk was en we zoomen in op Jeruzalem. Een belangrijke stad voor het volk Israël. In deze stad stond de tempel. De plek waar de God van Israël aanbeden werd. In deze stad werden ook alle grote feesten gevierd. Zo ook het Pesachfeest, want een van de belangrijkste feesten was en nog steeds is van het volk Israël.
Jezus was ook met zijn discipelen = leerlingen naar Jeruzalem getrokken. Iedereen die kon uit het volk Israel die ging er heen. Je kan je voorstellen hoe druk het moet zijn geweest in Jeruzalem. *Maar zo’n reis maken was niet heel makkelijk. De reis vanuit het gebied waar Jezus normaal was om zich te verblijven, was ongeveer 3 dagen reizen verderop. De wegen waren niet zoals wij ze nu kennen, nee het waren zandwegen die vol zaten met hobbels en gaten. Ze gingen door berglandschap en woestijnen. En nee, ze hadden geen comfortabele wandelschoenen, de arme mensen gingen op blote voeten, en de wat rijkere mensen hadden een soort sandalen of slippers aan.
Jezus was een rabbi, een leraar en hij had discipelen = zijn leerlingen, en heel veel volgelingen. Jezus was zo’n 3 jaar aan het werk geweest om zijn leerlingen te onderwijzen en hij had veel wonderen gedaan. Maar, hij dacht ook anders over heel veel zaken dan de belangrijke mannen van het volk. En dat leverde onrust op. De belangrijke mannen van het volk waren Jezus spuugzat en ze hadden het besluit genomen dat Jezus uit de weg geruimd moest worden.
Jezus wist hiervan, hij had immers goed contact met God, zijn Vader
En toch gaat Jezus naar het hol van de leeuw, naar Jeruzalem. Hij deed dit omdat hij nog een paar dagen aan al die mensen die zich daar verzameld hadden, onderwijs wilde geven. Waarom onderwijs? Nou, er staat in het Bijbelgedeelte waar dit verhaal staat, dat jezus van de mensen hield. Hij wilde ze tot aan zijn laatste stappen, ze vertellen van Gods liefde en redding voor hen.
Hoe gaaf is dat! Hij wist ook, dat hij verraden zou worden door één van zijn leerlingen. Maar hij zei heir verder niks over, en liet deze leerling gewoon bij hem in de buurt blijven
*Jezus trekt zich met zijn leerlingen terug om samen een maaltijd te eten. En tijdens die maaltijd staat Jezus op, doet zijn bovenkleed uit (zeg zijn broek en shirt) en doet een linnen kleed om. Het kledingstuk van een slaaf. Hij gaat op zijn knieën bij een kom water en begint met het wassen van de voeten van zijn leerlingen. Dit was een zéér bijzondere actie, dit was slavenwerk. En in die tijd was een leraar echt veel belangrijker dan zijn leerlingen, dus hier klopte iets niet.
Iedereen is verrast en Petrus probeert nog om Jezus tegen te spreken, maar Jezus wijst hem terecht. Zo worden alle voeten gewassen, ook de voeten van de leerling die Jezus later zou verraden…
Als de voeten schoon zijn, trekt Jezus zijn bovenkleed weer aan en komt weer aan tafel. Hij praat met de leerlingen wat er nu eigenlijk gebeurt is.
*Hij zegt: als ik jullie heer en jullie meester je voeten gewassen heb, dan moet jullie ook elkaars voeten gaan wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven: wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.
Dat was nog eens een duidelijke opdracht!
Hij zegt daarna dat een slaaf niet meer is dan zijn meester…kijk dat was nou weer zo’n uitspraak waar de belangrijke mensen van de stad het niet mee eens waren.
Hoezo was een slaaf gelijk aan zijn meester, dat zou alleen maar onrust veroorzaken.
Maar wat betekende deze opdracht nu eigenlijk? Wat wilde Jezus zijn discipelen duidelijk maken. Wat wil hij ONS duidelijk maken?
Jezus wil in dit verhaal ons vertellen, dat wij niet meer of minder zijn dan de mensen op wie wij neerkijken.
Nee, dat doe jij niet… toch? maar hoe makkelijk doen we het eigenlijk wel … we zien het veel om ons heen; kijk maar even op social media wat er over asielzoekers in Ter Apel gezegd wordt… of laten we het eens hebben over wappie’s of moslims of de fans van Ajax, Feijenoord of Groningen…daar kunnen we vast veel lelijke dingen over denken, maar misschien ook wel zeggen.
En heb jij afgelopen dagen ook niet even geroddeld over die klasgenoot die zo irritant is, de docent die werkelijk geen orde kan houden of die brugpieper die echt heel kinderachtig doet…
Lelijk praten over elkaar betekend dat jij je een beetje beter voelt dan de ander.
Jezus wil dat jij weet dat je niks meer of minder waard bent dan de ander. Dus het geldt ook andersom, als jij niet de slimste van de klas bent, als jij heel hard moet werken en toch nog een onvoldoende haalt, als jij niet van die mooie merkkleding kan dragen of de nieuwste telefoon hebt…het doet er niet toe. God houdt van jou net zoveel en je bent net zoveel waard als die ander die wel goed kan leren of mooie kleren heeft!!
Maar Jezus wil ons nog een lesje leren (hij was niet voor niks een leraar)
*Het zit niet alleen in je praten en in je denken. Maar God wil vooral dat wij laten zien dat de ander net zoveel waard is dan jou. En dat je dus hiermee aan de slag gaat in je leven. Dit kan doordat je iemand in de klas even vooruit helpt als hij het even niet meer ziet zitten, dat is op de voetbalclub de trainer van de f-jes helpen bij de training, dat is je inzetten voor de voedselbank, of in de crèche van de kerk, bij de manege helpen om de stallen schoon te maken of de buurman even helpen in zijn tuin, een spelletje doen bij die zieke mevrouw of gewoon even een arm om je vriendin heenslaan die het thuis niet makkelijk heeft.
Dát betekend de voeten van de ander wassen. Dat betekend Jezus volgen, ook in je dagelijkse leven.
En daar willen wij jou bij helpen. Om een beetje meer op Jezus te lijken.
Je krijgt dit schooljaar de opdracht om 15 uur vrijwilligers werk te gaan doen. Dus gewoon op een plek waar jij nodig bent, in je eigen tijd en waar je vervolgens geen geld voor krijgt. We noemen dit Maatschappelijke stage.
Daar ga je vandaag een start mee maken. Samen nadenken waar je jouw energie kan inzetten, waar jij mensen kan helpen, die even wat hulp nodig hebben.
En weet je wat zo mooi is, als je dit gaat doen, zul je merken dat mensen je dankbaar zijn dát je het doet. Nee, je wordt niet betaald met geld, maar laat maar eens op, je wordt betaald met een glimlach. En dat kan net zo fijn, of misschien nog wel fijner zijn dan geld verdienen. Jij doet ertoe! Jij kan verschil maken! Ga ervoor
*Kijk maar eens naar dit filmpje, je verstaat er helemaal niks van (ik niet in ieder geval) maar de filmbeelden zeggen genoeg!
*Zullen we nog 1 lied zingen?!
Welkom
*Vandaag gaan we het hebben over de prachtige kunstwerken die we in school hebben. Is dit jullie al opgevallen in de afgelopen dagen? En we hebben echt wel veel kunstwerken in school, kijk maar eens goed om je heen.
Ik houd het nog even geheim wat ik nu eigenlijk bedoel. Maar straks ga je het vast begrijpen
Ik zal mij eerst even voorstellen…………
Dag 9 dat je naar deze school gaat. De afgelopen dagen zijn best wel snel gegaan, vind je ook niet?
*Zingen en bidden
*Vandaag staat in het teken van ‘mijn identiteit’. En dat is best een lastig woord, want wat is je identiteit nu eigenlijk. In je boekje staat het als volgt uitgelegd: dat woord legt uit wat eigen of uniek aan iemand is.
Snap je dan wat er bedoelt wordt? Ik zal het uitleggen aan een voorbeeldje
Wie van jullie kent het verhaal van Pinokkio? Men zegt dat na de Bijbel, het verhaal van Pinokkio het meest gelezen verhaal is.
Gepetto een Italiaanse timmerman krijgt een bijzonder stuk hout. Daar is hij heel druk mee, en hij snijdt daar een prachtig kunstwerk uit het is een jongensfiguur …
Ik heb een heel kort stukje van een film, kijk maar even verder.
*https://www.youtube.com/watch?v=TkfABV904Aw (tot 0:44)
Zag je het ook? Wát was Gepetto trots op zijn zoon! Hij was er zo bijzonder blij mee…hij moest het aan iedereen vertellen dat het zijn zoon is. En vervolgens blijkt dat Pinochio helemaal geen lief kereltje is, en gaat hij op avontuur waarbij hij heel veel meemaakt.
Natuurlijk weten we dat dit een verhaaltje, een sprookje is. Maar in dit verhaal zit een prachtig voorbeeld verborgen. Ik denk namelijk dat God minimaal net zo blij is geweest als Gepetto, toen hij jou gemaakt heeft.Wat is hij trots op jou! En weet je waarom ik dat denk? Kijk maar eens goed naar jezelf, zie jij dan ook een kunstwerk? En je bent niet zomaar een kunstwerk, maar een kunstwerk die gemaakt is uit liefde. Lees maar eens mee
*
Genesis 1 : 26
God zei: ‘Nu wil ik mensen maken. Ze moeten op mij lijken.
Ze zullen de baas zijn over de vissen in de zee en de vogels in de lucht.
En ook over het veel, over alle kleine dieren en over de hele aarde.
Toen maakte God de mensen.
Hij maakt ze zo dat ze op hem leken.
Genesis 2:7
Toen maakte God, de Heer, de mens. Hij maakte hem van aarde.
Hij blies adem in zijn neus, en toen ging de mens leven.
Als je eens goed nadenkt over wat hier staat…God is aan het begin van de geschiedenis, druk geweest met zijn schepping. Hij had alles gemaakt; land, zee, bergen. De dieren en bomen. En uiteindelijk, na al deze prachtige dingen, maakte hij zijn allermooiste kunstwerk.
We weten dat het zijn allermooiste kunstwerk is, omdat dit kunstwerk op HEM lijkt en het gaat nog mooier worden: Hij (God) blaast er zelf zijn adem in, zodat het gaat leven. Hoe mooi is dat!! Je adem is door God gegeven!
Je identiteit, dat wat je uniek maakt, is helemaal speciaal door God zo bedacht. Niks geen massaproductie, jij bent met liefde gemaakt!
En heb jij wel eens een kunstenaar ontmoet die met liefde aan zijn kunstwerk heeft gewerkt en het vervolgens ergens neerzet en niet meer naar omkijkt? Ik niet. Kijk maar weer naar Gepetto, hoe trots hij is op zijn kunstwerk.
En zo is God ook niet. Hij heeft je met liefde gemaakt, en wil met jou in verbinding blijven. Hij zorgt voor al zijn kunstwerken, dus hij zorgt ook voor jou. Hij ziet wat er gebeurd in je leven. Hij wil bij je zijn als je blij bent, of als je verdrietig bent. Hij wil je helpen om steeds mooier te worden, zodat je steeds meer op hem gaat lijken
*
Lied om te kijken, en luister eens goed wat er gezongen wordt
https://www.youtube.com/watch?v=jOPKfV-9As0
Wij hebben een school vol kunstwerken, die liefdevol gemaakt zijn door een Schepper. Wij mogen in deze school weten, dat als het goed met je gaat of even wat minder, je Gods geliefde kunstwerk bent en blijft
Jij mag jezelf complimenten geven, en dat vinden we best wel een beetje lastig, want je geeft je zelf toch geen complimenten, maar ik wil je uitdagen om het wel te doen.
Wees maar trots op jezelf, want daarmee geef je God, de schepper een complimentje over hoe hij jou gemaakt heeft. De complimenten die voor jou gegeven worden, zijn ook een compliment voor de schepper - kijk eens hoe goed Uw werk is!
Maar andersom geldt ook: als je iemand helemaal belachelijk loopt te maken, zeg je hiermee eigenlijk dat de Schepper, de grote kunstenaar, prutswerk heeft geleverd. En dat is niet waar wij als school voor willen staan.
God is onze grote kunstenaar, en we mogen, ook hier op school, samen met jou verder werken om van jou een nog mooier kunstwerk te maken.
Jouw identiteit begint bij je schepper, en op school gaan we de komende jaren bezig om verder aan prachtige kunstwerken te werken. Want, wat is nou mooier dan op de allergrootse kunstenaar te mogen lijken?
Helaas betekend dit niet dat alles maar vanzelf goed gaat. Soms zitten dingen even tegen, maak jij je zorgen. Laat dit weten hier op school, bij je mentor of een andere docent waar jij het goed mee kan vinden. We willen er ook dan voor je zijn en weet dan dat de grote kunstenaar er ook voor je is. Zelfs in de zwaarste storm van je leven wil hij voor jou een vuurtoren zijn, die licht schijnt in de moeilijkste situaties.
Zullen we daarvan zingen?
https://www.youtube.com/watch?v=lFBZJGSgyVQ
- My Lighthouse
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.